1923 Een Deventer architect

In 1923 bouwde de firma J. Berentz & Zonen aan de Zwolseweg een rij van elf huizen. Het rijtje huizen is ontworpen door de Deventer architect ir. W. (Wim) P.C. Knuttel.

Knuttel (1886-1974) was een heel productieve en sociaal bewogen architect. Zijn kantoor was gevestigd in de Keizerstraat. Hij ontwierp onder meer villa's, zomerhuizen en kantoren. Als bestuurslid van de Vereniging tot Verbetering van de woningtoestand in de gemeente Deventer (VtV) hield hij zich bezig met sociale woningbouw. Dat was toen hard nodig: Deventer telde in het begin van de twintigste eeuw nog vele armoedige sloppen en stegen.

"Zijn woningen vallen op door hun architectonische kwaliteit en de wijze waarop huis en tuin gewoonlijk een organisch geheel vormen. Zijn schijnbaar simpele ontwerpen worden gekenmerkt door mooie bouwvolumes en fraaie verhoudingen.

Hij werkte altijd met natuurlijke materialen zoals baksteen, hout, rieten- of pannendaken, glas, decoratieve geglazuurde tegels, tegel- of terrazzovloeren, wit gestucte wanden, cederhouten lambrizeringen en plafonds met balken in het zicht of voorzien van bijzonder stucwerk. Altijd zijn er verfijnd gedetailleerde, gemakkelijk beloopbare trappen, royale deuren en mooi geproportioneerde ramen. Vaak kreeg een huis nog een humoristisch trekje mee in de vorm van een ongewoon raampje: zeshoekig, driehoekig of -typerend voor Knuttel- een 'oeil de boeuf', dat wil zeggen een rond of ovaal venstertje. Dit Knuttel's oog was zodanig geplaatst dat het van buitenaf de aandacht vestigde op een strategisch punt in de compositie, terwijl het van binnen uit een blik gunde op een belangrijk aspect van de tuin of het omringende landschap."(1)

Klik voor vergroting

Een rij huizen, Zwolseweg 77 - 97, van de hand van architect Ir. W.P.C. Knuttel, uit: Deventer in 1931, haar nijverheid, Departement Deventer van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, Deventer, 1931

De rij herenhuizen aan de Zwolseweg zijn zo'n dertig jaar later gebouwd dan de overige huizen in de omgeving, omdat hier tot 1923 een fabriek heeft gestaan.
In deze fabriek, de N.V. Deventer IJzeraardenbuizen- en terracottafabriek, maakten arbeiders aarden buizen voor een schamel salaris van fl.6,60 per week. Door 's nachts te werken konden ze hun loon aanvullen met acht cent per uur.(2) "Omstreeks de eeuwwisseling was de duur van de arbeidstijd niet aan wettelijke beperkingen gebonden. Er werd zes dagen in de week gewerkt, terwijl de gemiddelde arbeidsdag zo'n dertien uur duurde. Desalniettemin waren de verdiensten zo gering, dat veel mannen gedwongen waren naast hun gewone werk een bijbaantje te zoeken. Dat was zeker noodzakelijk als er bijzondere uitgaven waren. Zo had de vader van Trintje Prinsen-Lankhorst een opmerkelijke bijbaan: 'Hij werkte eerst op een gresfabriek, waar ze onder meer buizen van aardewerk vervaardigden. Vader maakte bloempotjes, waarvoor hij twee cent per stuk kreeg. Tegen schafttijd ging moeder naar de fabriek om hem koffie en brood te brengen, zodat hij potten kon blijven draaien. Om wat extra inkomsten te hebben is hij ook nog een poosje klopper oftewel porder geweest. Om vier uur 's morgens moest hij de straat op om bij zijn klanten op het raam te tikken om ze wakker te maken. Wekkers waren er immers nog niet.'" (3)

Klik voor vergroting

Personeel fa. W. Hamer, Potten- en Grèsbuizenfabriek, gefotografeerd omstreeks 1870. In 1867 kwam deze fabriek aan de Zwolseweg. Later ging de fabriek over in handen van ir.I.C.F. Laurillard, die er in 1908 een N.V. van maakte. In 1922 kocht de gemeente de grond en opstallen aan voor woningbouw.
Bron foto en beschrijving: Stadsarchief Deventer, www.deventerinbeeld.nl

De fabriek waar de vader van Trintje Prinsen-lankhorst potten draaide was al sinds 1867 aan de Zwolseweg gevestigd en moet één van de eerste gebouwen in dit deel van de stad zijn geweest. De fabriek was eerst in eigendom van de firma Hamer, ging over in handen van ir. I.C.F. Laurillard. Hij maakte er in 1908 een N.V. van.
Een deel van het complex maakte plaats voor woningbouw, terwijl een ander deel onderdeel ging vormen van Auto Deventer B.V. (ga met muis over foto).(4) Ook dit bedrijf moest uiteindelijk (eind jaren tachtig) plaatsmaken voor woningen.

Garage Auto Deventer B.V., Zwolseweg 99 (1983)
en
(muis over foto): Terracottafabriek Voorbeijtel Cannenburg, later: Hubers & Co, tapijtfabriek (1890)
Bron foto's: Stadsarchief Deventer, www.deventerinbeeld.nl

De architect Knuttel tekende in de jaren twintig ook de 324 woningen van wat later Knutteldorp genoemd werd: het grootste complex wat tot dan toe in Deventer was gebouwd. "Het geheel was opgezet volgens de tuinstadgedachte, waarvan Knuttel een aanhanger was. Het uitgangspunt daarbij was te komen tot goede woningbouw in een groene, harmonieuze omgeving. Door middel van poortgebouwen, waarvan er één ingericht zou worden als vergaderruimte, kreeg de wijk een besloten karakter. Het ontwerp vertoonde ook elementen van een andere architectonische stroming uit deze tijd: het Nieuwe Bouwen. Dat kwam onder meer naar voren in de rationele aanleg van het complex en de heldere straten- en pleinenstructuur. De maten van de pleinen en de meest markante gebouwen in de wijk waren volgens een strak principe bepaald. Knuttel hield zich consequent aan de 'Gulden Snede', bekend uit de klassieke architectuur en de schilderkunst."(5)

"Het klassieke stratenplan, de pleinen en woningen vormden een harmonisch geheel. De ligging en de poortwoningen aan de buitenkant maken dat de wijk door de tijd zijn eigen dorpse karakter heeft kunnen behouden, ook na de renovatie in de jaren zeventig. Het eerste ontwerp voorzag in een eigen badhuis en huisvesting voor alleenstaanden. Met een eigen slaapkamer en een gemeenschappelijk woonvertrek hoopte men de alleenstaanden ook een 'fatsoenlijke' woning te kunnen bieden. "(6)

Knutteldorp, centrale plein met toegangspoort.
Bron: Digitaal museum van de volkshuisvesting

Ook huize Louise was een ontwerp van de hand van Knuttel. Het huis stond op de hoek Gedempte Gracht - Keizerstraat, en was genoemd naar Louise de la Fontaine Verwey. Zij was de echtgenote van de filantroop A. de la Fontaine, die geld voor de bouw van het tehuis beschikbaar stelde aan de vereniging "Pro Senectute", "Voor de ouderdom".

Klik voor vergroting

Ansichtkaart van Huize Louise, met een stempel uit 1929. De kaart is dus gemaakt toen het huis net gereed gekomen was.

De vereniging had tot doel "hulpverlening aan bejaarden, in het bijzonder door het bieden van woongelegenheid aan hen die behoefte hebben aan goede verzorging en menselijk contact en die door hun ontwikkeling, levensstijl en belangstelling eenzelfde levenspatroon hebben, opdat zij in een huis een eenheid vormen". Het gebouw is in 1991 gesloopt.(7)


Lees verder...


NOTEN

(1) Ontleend aan de monumentenbeschrijvingen van de voormalige gemeente Diepenveen (tegenwoordig gemeente Deventer).

(2) Ach lieve tijd, Duizend jaar Deventer, Waanders uitgevers, p. 119. Op deze pagina heeft de auteur het over de firma Hamelberg, die ook een aardewerkfabriek had, maar aan de Lagestraat (zie p. 380). Op pagina 308 wordt correct gesproken over de firma W. Hamer. Als de arbeiders overdag evenveel verdienen, zouden de fl.6,60 die ze per week verdienen pas met een 82 1/2 urige werkweek worden bereikt. De lonen hebben betrekking op de firma Hamelberg. (terug naar de tekst)

(3) Een uitgestippeld leven. Deventenaren in de eerste helft van de twintigste eeuw, Jan ten Hove, IJsselakademie Kampen, 1994, p. 211 (terug naar de tekst)

(4) Ach lieve tijd, Duizend jaar Deventer, Waanders uitgevers, p. 308 en 380. (terug naar de tekst)

(5) Een eeuw Deventer volkshuisvesting in ontwikkeling, Jan ten Hove, uitgegeven ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de Vereniging tot Verbetering van de Woningtoestand in de Gemeente Deventer (VtV), IJsselakademie, Kampen, 1995, p.50 en 51 (terug naar de tekst)

(6) http://www.hetschip.nl/digitaalmuseum/p1.html, gerealiseerd door het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG).

(7) Een metamorfose, Hoe Deventer en zijn omgeving in ruim een eeuw van gezicht veranderden, H.J. van Baalen en H.J.M. Oltheten, Robine-Twello, 2000, p. 45 en 46 (terug naar de tekst)

(8) Alinea ontleend aan: Ach lieve tijd, Duizend jaar Deventer, Waanders uitgevers, p. 70 en Een metamorfose, Hoe Deventer en zijn omgeving in ruim een eeuw van gezicht veranderden, H.J. van Baalen en H.J.M. Oltheten, Robine-Twello, 2000, p. 156 (terugnaar de tekst)